Chat met een apotheker!

Veelgestelde
vragen
hormoonspiraal

Een hormoonspiraal is een kunststof ankertje van ongeveer 30 mm lang. Het spiraaltje wordt in de baarmoeder geplaatst. Hier geeft het een kleine hoeveelheid van het hormoon progestageen af. Zaadcellen komen moeilijker door slijm van de baarmoedermond en een bevruchte eicel kan zich niet nestelen in het baarmoederslijmvlies. Een hormoonspiraal is gedurende 5, 6, of 8 jaar werkzaam tegen zwangerschap, afhankelijk van het merk. Bekijk hier de veelgestelde vragen over het hormoonspiraal.

Je laat het hormoonspiraal het beste inbrengen:

  • Binnen 7 dagen na het begin van je menstruatie.
  • Onmiddellijk na een miskraam in de eerste 3 maanden van de zwangerschap, als er geen sprake is van een infectie van de geslachtsorganen.
  • Na een bevalling, als de baarmoeder weer haar normale grootte heeft en niet eerder dan 6 weken na de bevalling.

Met een hormoonspiraal kun je je menstruatie niet uitstellen en ook niet vervroegen. Dit in tegenstelling tot de combinatiepil, de anticonceptiepleister en de anticonceptiering. Reden hiervoor is dat een hormoonspiraal continu hormonen afgeeft en je daarom geen stopweek hebt.

Je kunt op elk gewenst moment stoppen met een hormoonspiraal. Nadat het spiraal is verwijderd kun je snel weer zwanger worden. Als je niet zwanger wilt raken, vraag dan aan je arts om advies over andere betrouwbare methoden van anticonceptie. Je kunt je alvast voorbereiden op het gesprek met je arts door de informatie op deze website te lezen.

Als je stopt omdat je zwanger wilt worden, wordt in het algemeen aangeraden om te wachten totdat je een natuurlijke menstruatie hebt gehad voordat je probeert in verwachting te raken. Je kunt dan gemakkelijker uitrekenen wanneer de bevalling zal plaatsvinden.

Als je stopt met een hormoonspiraal omdat je zwanger wilt worden, wordt in het algemeen aangeraden om te wachten totdat je een natuurlijke menstruatie hebt gehad voordat je probeert in verwachting te raken. Je kunt dan gemakkelijker uitrekenen wanneer de bevalling zal plaatsvinden.

Zoals alle geneesmiddelen kan een hormoonspiraal bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Een uitgebreid overzicht van de meest voorkomende bijwerkingen vind je op de pagina’s over Kyleena en Mirena, of in de bijsluiter van deze spiraaltjes.

Een hormoonspiraal beschermt niet tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s). Alleen een condoom kan tegen deze aandoeningen beschermen.

Mocht er tijdens het gebruik van een hormoonspiraal onverwacht toch een zwangerschap optreden, dan moet je het spiraal door je arts of verloskundige laten verwijderen. Ook moet je met je arts bespreken of het noodzakelijk is de zwangerschap te beëindigen. Bij een zwangerschap met een spiraal in de baarmoeder, is er namelijk een grotere kans op een miskraam of een vroegtijdige bevalling. In elk geval moet een dergelijke zwangerschap nauwlettend worden gecontroleerd.

Omdat een zwangerschap tijdens gebruik van een hormoonspiraal niet vaak voorkomt, zijn er geen gegevens bekend over de invloed van het spiraal op de vrucht. Een hormoonspiraal is immers een middel om zwangerschap te voorkomen.

Aan het uiteinde van een hormoonspiraal zijn twee dunne draadjes bevestigd die na het inbrengen door je arts of verloskundige op de juiste lengte worden afgeknipt. Deze draadjes maken het voor jou mogelijk om zelf te controleren of het spiraaltje nog op zijn plaats zit. Breng een vinger in je vagina tot aan de baarmoedermond: als je daar de dunne draadjes kunt voelen, zit het spiraaltje goed. Trek niet aan de draadjes, want daardoor kan het spiraaltje naar buiten komen.

Wanneer de draadjes niet meer voelbaar zijn, kan het spiraaltje mogelijk zijn verschoven. Het is ook mogelijk dat het spiraaltje zich buiten de baarmoeder bevindt of geheel is uitgestoten. Raadpleeg in dit geval je arts. Hij/zij zal dan met behulp van bijvoorbeeld echografisch onderzoek vaststellen waar de spiraal precies zit.

Je vagina en baarmoedermond worden gedesinfecteerd en vervolgens wordt met een zogenaamde kogeltang de baarmoeder zo veel mogelijk gestrekt. Het hormoonspiraal wordt nu ingebracht.

Het spiraaltje  wordt bij voorkeur door een getrainde arts ingebracht. Je arts zal voor het plaatsen van het spiraaltje eerst een inwendig gynaecologisch onderzoek doen om bijvoorbeeld de grootte en ligging van de baarmoeder te bepalen en om zwangerschap uit te sluiten. Nadat het spiraaltje is ingebracht, zal je arts beslissen hoe vaak en welke soort controles nodig zijn in jouw geval. Als je klachten hebt, moet je contact opnemen met je arts.

Het hormoonspiraal is een systeem voor gebruik in de baarmoeder. Wanneer het systeem in de baarmoeder is geplaatst, geeft het daar langzaam een kleine hoeveelheid van het hormoon levonorgestrel af. Dit middel houdt de eisprong tegen en maakt het slijm van de baarmoedermond minder doorgankelijk voor zaadcellen, ook zorgt het ervoor dat zaadcellen niet normaal kunnen bewegen en functioneren in de baarmoeder. Dit verkleint de kans op bevruchting. Door het spiraal wordt het baarmoederslijmvlies nauwelijks opgebouwd. Hierdoor kan een bevrucht eitje zich niet innestelen. Ook zorgt de aanwezigheid van een

vreemd voorwerp in de baarmoeder, het spiraal zelf, ervoor dat innesteling van een eventueel bevrucht eitje niet kan plaatsvinden.

Een hormoonspiraal kan helpen bij overgangsklachten. Dit werkt als volgt:

Bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd wordt tijdens de natuurlijke menstruatiecyclus – onder invloed van lichaamseigen oestrogeen en progestageen hormonen – het baarmoederslijmvlies opgebouwd en ook weer afgestoten (de menstruatie). Bij vrouwen in de overgang houden de menstruaties uiteindelijk op en maakt het lichaam minder hormonen aan. Minder oestrogeen hormoon kan overgangsklachten (zoals ‘opvliegers’) veroorzaken. Een vrouw met overgangsklachten kan oestrogenen gebruiken om deze klachten tegen te gaan. Door het gebruik van oestrogeen hormoon wordt er ook weer baarmoederslijmvlies opgebouwd, maar als een vrouw niet meer menstrueert, wordt het slijmvlies niet meer afgestoten. Omdat een dikke laag baarmoederslijmvlies een vergrote kans op kanker van het baarmoederslijmvlies (endometriumkanker) kan geven, moet het baarmoederslijmvlies regelmatig worden afgebroken. Dit kan door – naast een oestrogeen hormoon – ook nog een progestageen hormoon te gebruiken een aantal dagen per maand (cyclus). Een andere mogelijkheid om overmatige groei van het baarmoederslijmvlies te voorkomen, is de groei van het baarmoederslijmvlies te onderdrukken. Dit is het geval bij een hormoonspiraal, als gevolg van de werking van het progestageen hormoon levonorgestrel in het spiraal.

In sommige situaties mag je geen hormoonspiraal gebruiken. Deze situaties verschillen per soort hormoonspiraal. Meer informatie hierover lees je op de pagina’s over Kyleena en Mirena, of in de bijsluiter van deze spiraaltjes.

Het hormoonspiraal is een vorm van anticonceptie en beschermt je 5 (Kyleena)  6 (Levosert) of 8 jaar (Mirena) tegen zwangerschap. Het kunststof ankertje van 30 of 32 mm lang wordt in de baarmoeder geplaatst. Hier geeft het spiraal een kleine hoeveelheid van het hormoon progestageen af.

Progestageen houdt de eisprong tegen en maakt het slijm van de baarmoedermond minder doorgankelijk voor zaadcellen, ook zorgt het ervoor dat zaadcellen niet normaal kunnen bewegen en functioneren in de baarmoeder. Dit verkleint de kans op bevruchting. Door het spiraal wordt het baarmoederslijmvlies nauwelijks opgebouwd. Hierdoor kan een bevrucht eitje zich niet innestelen. Ook zorgt de aanwezigheid van een vreemd voorwerp in de baarmoeder, het spiraal zelf, ervoor dat innesteling van een eventueel bevrucht eitje niet kan plaatsvinden.

Een hormoonspiraal wordt door een getrainde arts of verloskundige ingebracht. Het spiraal moet om de 5 (Kyleena)  6 (Levosert) of 8 jaar (Mirena) vervangen of verwijderd worden. Dit kan natuurlijk ook eerder, bij een kinderwens of als je wilt overstappen naar een ander anticonceptiemiddel bijvoorbeeld.

Ja, het hormoonspiraal kan je ook na overgeven of diarree beschermen tegen zwangerschap. Wanneer je een anticonceptiepil gebruikt en je hebt overgegeven of je hebt diarree, kan dit inderdaad invloed hebben op de werking van je pil. Dit geldt echter niet voor het hormoonspiraaltje. De werking van het spiraal blijft behouden.

Als het spiraaltje tijdens de menstruatie – of in ieder geval binnen 7 dagen na het begin van de menstruatie – wordt ingebracht, ben je direct na het inbrengen beschermd tegen zwangerschap. Als het spiraaltje niet tijdens de menstruatie wordt ingebracht, moet je de eerste 7 dagen na het inbrengen een zogenaamde barrièremethode (bijvoorbeeld een condoom) gebruiken.

Als je na 5 (Kyleena)  6 (Levosert) of 8 jaar (Mirena) bent vergeten om op tijd je hormoonspiraal te vervangen voor een nieuw hormoonspiraaltje of ander anticonceptiemiddel, raadpleeg dan je arts voor advies.

 

 

Past je huidige anticonceptie nog bij je?

Niet zeker over je huidige methode?

Dan past een andere anticonceptiemethode misschien beter bij je. Zo zijn er verschillende methoden waarbij je niet elke dag aan je anticonceptie hoeft te denken. Dat scheelt weer stress. Je huisarts kan je hier meer over vertellen.